PERSBERICHT STICHTING OVERLEG PLATFORM NEDERLANDSE CATFANCY
Naar aanleiding van de vergadering van dinsdag 19 januari 1999.
Het OP heeft wederom een brief ontvangen van de Stichting voor Gezelschapsdieren (SGD). De SGD gaat een projectgroep Fokken inrichten en meldt het OP dat zij in deze projectgroep graag een plaats inruimen voor het OP. De
vergadering heeft na enige discussie besloten (voorlopig) geen gebruik van dit aanbod te maken. Onze verstandhouding met LNV is prima en tevens is men van mening dat wij in een onafhankelijke positie beter in staat zijn ons standpunt over te brengen. Het OP vraagt zich nog altijd af wat de SGD voor meerwaarde kan bieden. Eind december heeft het OP een brief gestuurd aan de SGD, waarin het OP deze vraag ook aan de SGD stelt.
Van de Dierenbescherming ontving het OP de mededeling dat “De Stichting Brein”, gesubsidieerd door LNV, een feit is.
De Stichting heeft als doel de uniciteit van codes van transponders te controleren en zij heeft tevens een doorverwijs functie. De eerste fase van de bouw van de databank is al aangevangen. De Dierenbescherming vraagt of het OP interesse heeft in een plaats in de klankbordgroep, die nu opgericht gaat worden, zodat een afstemming tussen allerlei bestaande systemen mogelijk gemaakt kan worden. Het OP zal iemand van Brein uitnodigen in een van de volgende OP-vergaderingen en naar aanleiding daarvan een beslissing nemen.
Het Startdocument voor het boek is verzonden en de respons is veelal positief te noemen. Het is de bedoeling dat het boek ingeleid wordt met de OP publicaties van de hand van Peter Gerrits, een artikel van Prof. Bart Knol over erfelijke
afwijkingen en dan natuurlijk de bijdragen van de experts. Tot op heden zijn er zo’n dertien artikelen te verwachten. Het startdocument zal echter ook nog gepubliceerd worden in de diverse bladen, zodat men ook nog kan intekenen.
Naar aanleiding van de discussie omtrent de Stichting Felissana is er besloten ook deze Stichting te verzoeken eveneens een bijdrage te leveren voor het boek.
Nu de beide rapporten, die van het OP “Fokken, wat doen wij er zelf aan” en het RDA-rapport “Fokken met Recreatiedieren” aan de minister zijn overhandigd moeten er vervolgacties opgestart worden. De RDA heeft laten weten graag met het OP hierover van gedachten te wisselen, daar zij de vergadering van 25 november als zeer positief hebben ervaren. Het OP heeft besloten het weegmodel van de hand van Dhr. Netto zelf toe te passen en op deze wijze zelf te komen tot een berekening. Er zal getracht worden dhr. Netto uit te nodigen voor een komende OP-vergadering, waarin hij nogmaals en nu meer uitgebreid zijn model zal kunnen toelichten. De eigen rekenexercitie van het OP zal leiden tot een prioriteitenlijst, welke op punten zeker zal afwijken van die van de RDA. Dit geeft een uitgangspunt voor verder beleid ten aanzien van de invulling van de Plannen van Aanpak ter terugdringing van erfelijke afwijkingen.
In aanvulling op het opstellen van de Plannen van Aanpak zal het OP een aantal Themamiddagen organiseren, die zullen ingaan op een aantal erfelijke afwijkingen, welke in het OP rapport “Fokken, wat doen wij er zelf aan” genoemd worden en waarvan het OP denkt dat zij hoog op de prioriteitenlijst dienen te staan. Hierover zullen wij uiteraard uitgebreid berichten, zodra data en sprekers bekend zijn. De onderwerpen voor de eerste middag zullen zijn PKD en Amyloidose en voor de tweede middag hartproblemen.
Voor de verdere naamsbekendheid van het OP is besloten het artikel “Organisatie van de Nederlandse Cat Fancy” van Peter Gertits te publiceren in het krantje van de Dierenambulance. Deze krant heeft een verregaande verspreiding onder klanten van de Dierenambulance, Dierenartsen en sponsoren van de Dierenambulance.
Het OP heeft een voorzichtige start gemaakt met het denken over een aantal basisafspraken met betrekking tot Veterinair Beleid. Mogelijk dat hiertoe een kleine commissie of werkgroep kan worden ingesteld.
PERSBERICHT O.P.
Naar aanleiding van de vergadering van 01-09-1999
Dagelijks Bestuur.
Statutair is vastgelegd dat de voorzitter van het O.P. benoemd is voor de periode van één jaar. Dat wil zeggen dat mevrouw P. v.d. Wijngaart (Mundikat) aftredend was. Mevrouw Y. Lankhaar (NKU-SARA) had te kennen gegeven dat zij haar functie als penningmeester na twee jaar wilde neerleggen.
Als nieuwe voorzitter is benoemd de heer P.O. Gerrits (N.K.F.V.).
Secretaris is nog steeds de heer S. Schiering (Felikat).
Nieuwe penningmeester is mevrouw M. Boom (N.P.V.).
Mevrouw A. Moolenaar (N.K.F.V.) is benoemd als 2e secretaris.
‘Mooi en gezond………..’
Onder redactie van de heren P.O. Gerrits en A.M. van Harselaar is een uniek boek tot stand gekomen. In het boek geven verschillende schrijvers een reactie op ‘de groslijst schadelijke erfelijke kenmerken van het R.D.A.-rapport’. Meer hierover vindt u in het persbericht dat verschijnt naar aanleiding van de uitgave van dit boek.
Veterinair beleid.
Er is een commissie in leven geroepen die, met als basis het veterinaire beleid van de diverse verenigingen, een landelijk veterinair beleid gaat opzetten. In dit beleid zullen allereerst richtlijnen komen voor de aanpak en behandeling van infectieziekten. Door landelijke veterinaire regels op te stellen zal een eenduidige aanpak leiden tot een adequate terugdringing van ziekten en afwijkingen bij de raskat.
Binnen een jaar zal de eerste fase van dit beleid gereed zijn.
R.D.A.-rapport, groslijst schadelijke erfelijke kenmerken.
Op 25 november 1998 vond er in Utrecht een bijeenkomst plaats tussen leden van de RDA, de werkgroep fokken, de dierenbescherming, het ministerie van LNV en het O.P. Het doel van de bijeenkomst was om over en weer de standpunten m.b.t. het RDA-rapport te verduidelijken. Van de RDA ontving het O.P. bericht dat de werkgroep fokken met recreatiedieren, naar aanleiding van die bijeenkomst, van plan is het rapport bij te stellen op de wijze zoals hieronder aangegeven (de exacte formulering is nog niet bekend).
De bijstelling ziet er als volgt uit:
1.2 Abnormale disproportionele dwerggroei. Frequentie: ‘bij een ras’ in plaats van ‘bij sommige rassen’.
1.11 Brachycephalie. Frequentie: ‘bij een ras’ in plaats van ‘bij enkele rassen’.
1.14 Staartloosheid. De tekst wordt aangevuld met: ‘Bij volwassen dieren valt staartloosheid onder aantasting van de integriteit. Kittens uit onderlinge paringen van staartloze katten vallen onder ernstige aantasting van de gezondheid’.
1.15. Patella luxatie. Achter waarneembaarheid: ‘veel variatie in het beeld, soms direct waarneembaar’.
1.16 Kaakmisvormingen. Achter frequentie: ‘bij verschillende rassen’ vervangen door ‘bij een ras’. Weegscore aanvullen met ‘GAS 12’ en ‘niet urgent’ vervangen door ‘urgent’.
2.3 P.R.A. Achter frequentie: ‘bij enkele rassen’ laten vervallen.
3.2 Haarloosheid. Tekst blijft ongewijzigd.
3.4 ‘Leukistische doofheid’ vervangen door ‘Doofheid bij witte katten’. En de er onderstaande tekst vervangen door: ‘Bij witte katten met blauwe ogen komt regelmatig doofheid voor. Witte katten met één blauw oog (odd eyed) zijn minder vaak doof en witte katten met twee gepigmenteerde ogen nog minder vaak. Naast een recessief gen voor leukistisch wit kan een dominant gen (W) een rol spelen bij doofheid bij witte katten’.
Achter erfelijke aanleg: ‘recessief / dominant’.
Achter frequentie: ‘veel’ laten vervallen.
3.8 Vouwoor plaatsen onder skeletafwijkingen met nummer 1.12.
5.8 ‘Leukemie’ vervangen door ‘Gevoeligheid voor infectieziekten’. De tekst daaronder: ‘Afwijkingen in het genencomplex dat verantwoordelijk is voor de immuniteit tegen infectieziekten, kunnen leiden tot verminderde of geen weerstand tegen infectieziekten, zoals onder andere leukemie. Nader onderzoek op dit gebied is zeer gewenst’. De onderstaande categorieën kunnen behalve de weegscore ongewijzigd blijven. De weegscore kan worden ‘GAS 12’.
5.9 Amyloidose. De tekst vervangen door: ‘Amyloidose is een verzamelnaam voor stofwisselingsstoornissen die leiden tot eiwitneerslag (amyloid). Bekende voorbeelden zijn amyloid in de nieren bij de Abessijnen en in de lever bij Siamezen’. Onder frequentie moet ‘regelmatig’ vervangen worden door ‘incidenteel’.
5.10 Cerebellaire ataxie moet vervangen worden door:
5.10 Myopathie. Een stoornis in het spierzenuwstelsel van het skelet, die tot gevolg heeft dat de katten een afwijkende houding en gang vertonen.
Erfelijke aanleg: recessief.
Levensverwachting: de vitaliteit is ernstig aangetast.
Waarneembaarheid: direct waarneembaar.
Frequentie: regelmatig voorkomend bij een ras.
Tijdstip van ontstaan: bij de geboorte aanwezig.
Weegscore: GAS 12.
5.11 Cardiomyopathie. Een stoornis in de hartspier, die kan leiden tot sloomheid, verminderde eetlust, benauwdheid en verlamming van de achterhand.
Erfelijke aanleg: dominant.
Levensverwachting: vitaliteit is ernstig aangetast.
Waarneembaarheid: met diagnostische hulpmiddelen.
Frequentie: incidenteel voorkomend.
Tijdstip van ontstaan: 2 tot 4 jaar.
Weegscore: GAS 20.
5.12 Polycystic Kidney Disease. Na ‘in de VS’ invoegen: ‘en nu ook in ons land’.
Erfelijke aanleg: dominant met variabele penetrantie.
Levensverwachting: levensbedreigend bij ernstige vormen.
Frequentie: ‘in de V.S.’ laten vervallen.
R.D.A.-rapport 4.2.2. Suggesties voor algemene maatregelen.
In het R.D.A.-rapport worden suggesties genoemd voor algemene maatregelen om schadelijke erfelijke kenmerken bij recreatiedieren aan te pakken.
Het O.P. is momenteel intern bezig met een onderzoek naar de wijze waarop de Nederlandse Cat Fancy een bijdrage kan leveren aan genoemde suggesties. Zijn de door de R.D.A. aangedragen suggesties door de Cat Fancy via zelfregulatie uit te voeren, of wordt sturing door derden noodzakelijk geacht? Voorlopend op dit onderzoek is er een brief uitgegaan naar het ministerie van L.N.V., waarin het O.P aangeeft dat zij van mening is dat zonder adequate wettelijke kaders de genoemde doelstellingen niet door de Cat Fancy zelf te realiseren zijn.
Subsidie amyloidose-onderzoek.
Het O.P. had in 1997 bij Laser een aanvraag ingediend ter verkrijging van een subsidie voor een project met als doel: de ontwikkeling van een laboratoriumtest voor de aanleg tot amyloidose. Deze subsidie werd afgewezen omdat het project voor het overgrote deel bestaat uit onderzoek en niet uit kennisoverdracht. Het bezwaarschrift tegen dit besluit werd om dezelfde reden afgewezen.
P.K.D.
Voor een betrouwbare controle van katten op PKD (Polycystic Kidney Disease) met behulp van echografie is het van belang dat de onderzoeken worden gedaan door dierenartsen die zich uitsluitend, of vrijwel uitsluitend bezighouden met diagnostische beeldvorming, een zeer ruime ervaring hebben met echografische diagnostiek, en over kwalitatief hoogwaardige echografische apparatuur beschikken. Er zijn op dit moment tien adressen in Nederland waar katten echografisch gecontroleerd kunnen worden op PKD. Deze adressen zijn eerder gepubliceerd. In de lijst is echter één telefoonnummer verkeerd gepubliceerd. Het betreft hier het nummer van mevrouw Schmidt (Veterinaire Specialisten Oisterwijk). Dit telefoonnummer moet zijn: 013-5285900.
Indien u uw katten wil laten testen op PKD adviseren wij u dringend om dit te laten doen bij één van de tien vermelde adressen. Deze artsen / radiologen staan garant voor een goede uitslag (een zekerheid van 98%) van de test.
Themamiddagen.
HET FOKKEN VAN EXTREME TYPES, DOMINANT WIT, MANX, SPHYNX, FOLD, MUNCHKIN etc. WORDT VERBODEN!
Of misschien toch niet?
In het kader van het uitdragen van de nieuwe Gezondheid en WelzijnsWet voor Dieren (GWWD) organiseert de Stichting Overleg Platform van de Nederlandse Cat Fancy (OP) dit jaar een aantal themamiddagen. De eerste twee themamiddagen hebben inmiddels plaats gevonden.
Op zaterdagmiddag 23 oktober 1999 vindt de derde themamiddag plaats.
Locatie: het Androclus gebouw, Yalelaan 1, De Uithof, Utrecht.
Tijd: van 13.00 tot 17.00 uur.
De zaal is vanaf 12.30 uur geopend.
Sprekers: dr. B.W. Knol over “het fokken op extreme kenmerken” en dr. G. Ubbink over “fokken in kleine populaties”.
In het RDA (de Raad voor Dieren Aangelegenheden) rapport worden diverse aanbevelingen gedaan om de problemen bij raskatten terug te dringen. Zo heeft men aan het ministerie van LNV een voorstel gedaan om het fokken op extreme kenmerken te verbieden en de rasstandaarden aan te passen. Het OP biedt de fokkers en keurmeesters van rassen met extreme kenmerken de gelegenheid om informatie te verkrijgen en met deskundigen van gedachten te wisselen.
De RDA heeft ook voorstellen gedaan om de problemen binnen de raskattenfok terug te dringen door o.a. het aantal dekkingen per kater aan banden te leggen, bepaalde dieren uit te sluiten voor de fok d.m.v. verplicht castreren, een maximum aantal nesten per poes, het terugdringen van inteelt, het instellen van gezondheidsverklaringen, meldingsplicht bij fokker en dierenarts bij (erfelijke) gebreken etc.
Er worden op 23 oktober zeer belangrijke zaken besproken waarmee alle fokkers/liefhebbers in de nabije toekomst te maken krijgen, komt dus allen. Het OP wil hierbij ook de keurmeesters uitnodigen!
Op zaterdagmiddag 27 november 1999 vindt de vierde themamiddag plaats.
Locatie: Androclus gebouw, Yalelaan 1, De Uithof, Utrecht.
Tijd: van 13.00 tot 17.00.
De zaal is vanaf 12.30 open.
Onderwerpen:1) het fokken van rassen/variëteiten met schadelijke kenmerken zoals o.a. dominant wit, Manx, Sphynx, Munchkin,Scottish en Highland Fold etc.
2) mogelijke oplossingen voor het terugdringen van de problemen bij het fokken van raskatten: centraal registreren stamboekgegevens, identificatie d.m.v. chippen enz. Opnieuw zaken waarmee iedere fokker/liefhebber te maken krijgt.
Welke sprekers worden uitgenodigd, was bij het in druk gaan van dit nummer helaas nog niet bekend.
Heeft u belangstelling voor een of beide themamiddagen, dan kunt u zich telefonisch of per email aanmelden bij:
mevrouw Mette Dam
telefoon: (020) 40 33 661
emailadres: kakeizer@knmg.nl
of bij:
mevrouw Henny van Wintershoven
telefoon (0348) 41 90 87
emailadres: wintersgarden@wxs.nl
De kosten bedragen f 10,– per middag. Wacht niet te lang met aanmelden want vol is vol!
Tip: neem pen en papier mee, zodat u aantekeningen kan maken.
PERSBERICHT N.A.V. VERGADERING O.P. 15-12-1999
Veterinaire commissie
De commissie heeft momenteel twee keer vergaderd. Tijdens de eerste vergadering is er gebrainstormd over wat de veterinaire commissie kan regelen inzake de GWWD.
In de tweede vergadering is er met een concrete aanpak begonnen. Er wordt gewerkt aan een conceptvoorstel met basiseisen omtrent gezondheid en welzijn van katten. Het voorstel zal verdeeld worden in vier hoofdstukken: huisvesting en verzorging, fokken, tentoonstellingen, en specifieke problemen. Het conceptvoorstel zal voor de volgende O.P.-vergadering gereed zijn.
Kascontrole
Tijdens de eerste kascontrole was de commissie helaas niet voltallig. Tijdens de tweede controle werd de boekhouding gecontroleerd en juist bevonden. Het bestuur is decharge verleend. De stukken zijn overgedragen aan de nieuwe penningmeester; mevrouw M. Boom.
Suggesties voor specifieke maatregelen
Er was geen commentaar op- en aanmerkingen op de door de N.K.F.V. samengestelde stukken zodat deze goedgekeurd zijn. Ze zullen voorlopig samen met de O.P.-reactie op de algemene maatregelen intern gebruikt worden.
Boek “Mooi en Gezond….’
Onder redactie van de heren P.O. Gerrits en A.M. van Harselaar is een uniek boek tot stand gekomen. In het boek geven verschillende schrijvers een reactie op ‘de groslijst schadelijke erfelijke kenmerken van het R.D.A.-rapport’. De realisatie van het boek werd mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van Royal Canin Nederland BV.
Het boek is te koop op diverse kattenshows in Nederland voor de prijs van f 20,–. U kunt het boek ook bestellen door f 25,– (inclusief portokosten) over te maken op postgiro 5843357 t.n.v. dr. P.O. Gerrits, Ludemaborg 69, 9722 WG Groningen.
Discussiestuk
Naar aanleiding van de vergadering van 3 november 1999 heeft dhr. P.O. Gerrits een discussiestuk geschreven betreffende mogelijkheden tot ondersteunen van onderzoek naar gezondheid en welzijn van katten en raskatten in het bijzonder. Het is van belang dat niet alleen de besturen van de verenigingen, maar ook de leden (fokkers) meedenken over het aangesneden onderwerp. Commentaar op het discussiestuk kunt u sturen naar het bestuur van de vereniging waar u lid van bent. Zij zullen het tijdens een volgende O.P.-vergadering ter sprake brengen.
‘Stimulering onderzoek naar Gezondheid en Welzijn (G & W) van katten’
Het is de bedoeling middels discussie te onderzoeken of er een breed draagvlak te creëren is voor ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek en vast te stellen in hoeverre de Cat Fancy bij machte is e.e.a. te realiseren. Een aantal van onderstaande statements zijn reeds in de openbaarheid gebracht. Ik denk dat het goed is dat ik u die onder de aandacht breng, met slechts één doel: de discussie omtrent financiering van onderzoek naar gezondheid en welzijn op gang brengen. In een later stadium zou een en ander concreet kunnen worden ingevuld.
Ter informatie: Het laten doen van onderzoek naar erfelijke defecten en het ontwikkelen van DNA-tests om een defect vast te stellen, bijvoorbeeld voor PKD en/of amyloidosis is een kostbare aangelegenheid. Dit onderzoek kan alleen worden uitgevoerd in een academische setting of door de farmaceutische industrie. De Cat Fancy is voor de farmaceutische industrie te klein van omvang, afgezien van vaccins. Blijven over de universitaire centra (UU, Wageningen e.a.).
Het primaire belang van het doen van onderzoek is voor een onderzoeker (wetenschapper) het vergaren van kennis en publiceren van deze kennis. Daarop wordt hij afgerekend door zijn werkgever(s). Wetenschappers zullen dus echt niets doen als zij er niet beter van worden, lees als zij er geen wetenschappelijke credits voor krijgen!!!!
Doen of laten doen van onderzoek kost veel geld!!! In veel gevallen zal een wetenschapper aangewezen zijn op subsidies van derden, bijvoorbeeld LNV (Laser), of afhankelijk zijn van gelden verkregen voor het verrichten van contactonderzoek (voor firma’s e.d.). Om zijn doel(en) te bereiken wordt met dit geld door de onderzoeker (wetenschapper) meestal een ‘beginnend onderzoeker’ aangesteld (OIO: onderzoeker in opleiding, AIO: assistent in opleiding), met het doel hem/haar een groot deel van het onderzoek te laten verrichten, vervolgens over het desbetreffende onderwerp te publiceren en mogelijk in het eindstadium van het traject hierop te promoveren.
Nu komt een van de problemen. De subsidiegever, in dit geval LNV (Laser e.a.) betaalt meestal 50% van de totale kosten van het onderzoek, dat in vele gevallen vier jaar duurt. De andere 50% moet door de instellingen zelf worden opgebracht. Dit is meestal problematisch, de budgetten van vakgroepen zijn te klein van omvang. Veelal doet men dan ook een beroep op de derde geldstroom (industrie, stichtingen e.d.) om de resterende 50% te bekostigen.
In het geval van PKD/amyloidosis is de Cat Fancy de directe belanghebbende. Echter door de Cat Fancy wordt geen substantiële financiële ondersteuning geleverd.
Willen wij allen dat er onderzoek wordt gedaan naar gezondheid en welzijn van onze katten, dan zal de Cat Fancy fondsen moeten genereren om het door haar gewenste onderzoek substantieel te kunnen ondersteunen.
Wat wordt momenteel gedaan? Het enige wat momenteel gedaan wordt, is onderzoek naar welke industrie iets kan/zou willen bijdragen (fund raising). Op zichzelf is dit een loffelijk streven, echter wij allen zijn verantwoordelijk voor de gezondheid en het welzijn van onze dieren. Wij zetten dieren op de wereld, wij fokken met (te) kleine populaties (met alle gevolgen van dien) en het past ons daarom niet om de verantwoordelijkheid voor ‘de centen’ af te schuiven naar de industrie.
De vraag is nu hoe dit aan te pakken. Het is natuurlijk gemakkelijk om te zeggen ‘verhoog de stambomen met fl 2,50, ‘de vervuiler’ betaalt. Nota bene, de prijs van stambomen is relatief laag in verhouding tot de prijs van een raskat (dit even terzijde). Kleine verenigingen zullen waarschijnlijk sneller geneigd zijn te zeggen prima (mijn persoonlijke inschatting), maar de vraag is of de grote verenigingen hiermee accoord gaan en dat is cruciaal. Immers zij moeten het grootste aandeel genereren. Ik denk dan in de orde van grootte van tienduizenden guldens per jaar, afkomstig van toeslagen op stambomen van hun leden (er zijn momenteel enige rekenexercities in omloop).
Een ander aspect dat ik u in overweging wil geven is of de ‘werkvloer’ en de ALV’s e.e.a. zien zitten (is er draagvlak voor?), We komen immers aan hun geld!!!
Structuur.
Ik ben de mening toegedaan dat, om te komen tot het instellen van een fonds ‘Gezondheid en Welzijn’ (G & W) een aantal bindende criteria voor de verenigingen zullen moeten worden vastgelegd.
- Deelnemers aan het fonds zijn, door het O.P. (LNV?) erkende verenigingen. N.B. de criteria voor het erkennen van kattenverenigingen zal in het kader van de GWWD nader moeten worden ingevuld.
- De onderzoeksdoelen voor het ‘G&W-fonds’ zullen precies moeten worden omschreven, evenals de looptijd ervan. Besturen van de verenigingen hebben qualitate qua zitting in de klankbordgroep en bewaken zodanig de voortgang van het onderzoek.
- In geval gekozen zou worden voor een G&W-toeslag op de stambomen is het noodzaak dat de stambomen voor iedere deelnemende vereniging een vaste prijs hebben, met daarop een vaste, door de besturen overeengekomen, G&W-opslag.
- Een controlesysteem voor het vaststellen van het aantal afgegeven stambomen is noodzakelijk.
Samenvattend:
Voorlopig is het nog steeds zo, ‘wij richten schade aan (bewust of onbewust), maar ruimen deze niet op’. Voor aanpak en elimineren van de door ons aangerichte schade op het gebied van gezondheid en welzijn van katten, die de afgelopen jaren is ontstaan, zijn grote hoeveelheden geld nodig. Mijns inziens moeten die door de Cat Fancy worden opgebracht.