Persberichten 2000

Persbericht  Overleg Platform

Vergadering 26-04-2000

Plannen van Aanpak

Het invullen en realiseren van de Plannen van Aanpak op een kwalitatief hoog niveau valt en staat met enige vorm van een erkenningensysteem (-beleid). Het verminderen van ongewenste erfelijke aandoeningen bij katten middels Plannen van Aanpak, zonder dat deze ingebed zijn in een erkenningensysteem is naar de mening van het O.P. nagenoeg onhaalbaar.

Het Ministerie van L.N.V. heeft beloofd te zullen onderzoeken welke vormen van erkenningensystemen voor de Nederlandse Cat Fancy tot de mogelijkheden behoren, hetgeen door het O.P. zeer op prijs wordt gesteld.

Daarnaast heeft het Ministerie toegezegd dat een financiële bijdrage, op basis waarvan het O.P. in samenspraak met IKC ‘Plannen van Aanpak’ kan opstellen, overwogen wordt. Het O.P. zal een begroting opstellen voor een pilotstudy naar PKD/Amyloïdosis, kraakbeenafwijkingen met de genetische code SF, en het Waardenburgsyndroom (dominant wit).

 

Werkgroep Implementatie Centraal Registratie Systeem (CRS)

Volgens de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren zal een bedrijfsmatige fokker onder andere zijn/haar dieren moeten laten identificeren (chippen) en registreren (I&R). Deze I&R zal centraal geregistreerd worden. Het Ministerie van L.N.V. heeft een werkgroep ingesteld die gaat onderzoeken waaraan deze centrale registratie moet voldoen. Ook het O.P. is verzocht om een afgevaardigde te leveren voor deze werkgroep. Gezien het hobbymatig karakter van de Cat Fancy is het (helaas) echter niet mogelijk om iemand te vinden die geheel onbezoldigd deze omvangrijke taak op zich wil nemen. De stukken van de Werkgroep worden wel besproken binnen het O.P.

De Cat Fancy wil, net zoals de KNMvD, het voorkomen van erfelijke afwijkingen in kaart brengen, indien mogelijk (t.z.t.) bij de gehele sector. Een Centraal Registratie Systeem zal hier op voorbereid moeten zijn.

 

Commissie Gezondheid en Welzijn

Het is mogelijk om donaties te storten om onderzoek naar ongewenste erfelijke afwijkingen te subsidiëren. Uw bijdrage kunt u storten op het gironummer van het O.P., 7633028 onder vermelding van CGW / onderzoek.

Bericht van Felikat, Russisch Blauw en Burmezen rasclub

Flat Chested Kitten Syndrome

Bij verschillende kattenrassen worden incidenteel flat chested kittens geboren. Helaas is er tot op heden weinig bekend over de oorzaak hiervan in de bestaande kattenliteratuur. Roy Robinson heeft in zijn derde editie van ‘Genetics for Cat Breeders’ dit als een recessieve erfelijke afwijking bij het Burmese ras beschreven, maar bij navraag bij de schrijvers van de vierde editie van zijn boek op de internet discussielijst: genepoole@onelist.com waren er geen verdere gegevens bekend om deze afwijking te verklaren. Kitt Sturgess van Langford veterinary school (Bristol Engeland) heeft een aantal jaren geleden een onderzoek gedaan om een eventueel gebrek aan taurine als oorzaak te kunnen vaststellen. In haar conclusie van dit onderzoek werd geen verband met taurine geconstateerd en uit ze een vermoeden dat de oorzaak van deze afwijking eventueel poligenetisch zou kunnen zijn.

Lesley Lyons schijnt ook een paar jaar geleden bloedmonsters te hebben verzameld (ook hier in Nederland) om DNA-onderzoek te willen verrichten over deze aandoening.

Bij het verzamelen van gegevens over deze aandoening blijkt dat er verwarring bestaat over de juiste benaming hiervan. Flat chested kittens syndrome wordt soms pectus excavatum genoemd of zwemmers. Verder wordt er een verschillend expressiegraad genoemd –van een klein beetje ingedrukte borstkas die zich later hersteld, tot een fors ingedrukte borstkas waar de interne organen hetzij in het nauw komen, hetzij verplaatst zijn, zodat euthanasie van het kitten aangeraden en vaak toegepast wordt. Soms is het mogelijk om het kitten een redelijk leven te geven met geheel of gedeeltelijk herstel door de voorpoten te tapen en/of vitamine en calcium toe te dienen, preventief: tijdens de dracht.

Overleg Platform

Om te bepalen wat de frequentie van voorkomen van flat chested kitten syndrome is, worden fokkers die ervaring hebben met kittens met deze afwijking verzocht om (desnoods anoniem) contact op te nemen met (de commissie veterinaire zaken van) hun eigen vereniging

Annemarie Moolenaar, 2e secretaris

Persbericht Stichting Overleg Platform van de Nederlandse Cat Fancy

Naar aanleiding van de vergadering van 27-09-2000

Bestuur

Het bestuur van het O.P. bestaat uit

Voorzitter:

Dhr. R. Jansen (Felikat)

Geerdinkhof 381

1103 RD Amsterdam ZO

tel.: 020-6998204

 

Secretaris:

Mevr. I. van Aalsburg (Neocat)

Struikstok 62

8162 JN Epe

tel.: 8578-613004

 

penningmeester:

Mevr. M. Boom-Schenkhuizen (N.P.V.)

A.F. de Savornin Lohmanplantsoen 20

3332 HG Zwijndrecht

tel.: 078-6190245

 

2e secretaris (notulen, persbericht) (N.K.F.V.):

Mevr. A. Moolenaar

Tonnekeshei 7

5508 CA Veldhoven

tel.: 040-2543199

Reactie ministerie Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Naar aanleiding van het verzoek om een erkenningenbeleid voor kattenverenigingen heeft het ministerie gereageerd met een brief waarin nogmaals werd medegedeeld dat zij (momenteel) niet van plan is stamboeken te erkennen. ‘De wet gaat mogelijkheden bieden om fokkers die niet voldoen aan de nader vast te stellen wettelijke maatregelen, strafrechtelijk te vervolgen’.

Tevens doet zij de suggestie, ‘om de verantwoordelijkheden die de stamboeken hebben om erfelijke gebreken en overtyperingen aan te pakken, te laten aansluiten bij de nader vast te stellen wettelijke maatregelen’.

Het ministerie werkt momenteel aan de voorbereiding van het “Besluit fokken”, en hoopt dat ‘een door de Stichting Overleg Platform van de Nederlandse Cat Fancy. èn  LNV gedragen aanpak van erfelijke gebreken en aandoeningen in het besluit kan worden opgenomen’.

Beëindiging lidmaatschap

De kattenvereniging Hobby-Kat heeft het lidmaatschap aan het O.P. beëindigd. 

De Stichting O.P. bestaat nu uit de volgende kattenverenigingen:

E.C.F., Felikat, Mundikat, Neocat, N.K.F.V., N.K.U.-SARA, N.L.K.V., N.P.V., N.R.K.V., N.V.v.K. en Saint-Procat.

Annemarie Moolenaar, 2e secretaris O.P.

Vergadering 11-12-2000

Plan van Aanpak

Er is (05-01-2001) nog geen officiële reactie van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (L.N.V.) op de, in oktober 2000, door het O.P. ingediende begroting (aangaande een financiële bijdrage in het kader van de invulling van het Plan van Aanpak).

In afwachting van een positief antwoord is alvast een commissie gevormd die de coördinatie van het project op zich zal nemen. Deze commissie bestaat uit:

mevr. P. Faber, commissie Gezondheid en Welzijn O.P., voorzitter Neocat

dhr. H. Alstede, vice-voorzitter Felikat

dhr. dr. P.O. Gerrits, voormalig voorzitter O.P.

mevr. A.M.W. Moolenaar, 2e secretaris O.P., voorzitter N.K.F.V.

Algemeen:

WIJZIGING ARTIKEL 55 GWWD

Wet van 15 november 2000 tot wijziging van de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren

Artikel 55 komt te luiden:

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regelen gesteld omtrent het fokken met dieren van bij die maatregel aangewezen soorten of categorieën van dieren. Deze regelen kunnen onder meer betrekking hebben op:

a. de methode van fokken;

b. het registreren, identificeren en certificeren van dieren;

c. het voorafgaand aan het fokken door de fokker te verrichten of te doen verrichten onderzoek bij een dier waarmee wordt gefokt naar de aanwezigheid van aandoeningen die de gezondheid of het welzijn van het dier of de nakomelingen van het dier kunnen aantasten, alsmede de methoden die daarbij worden gebruikt.

2. Bij algemene maatregel van bestuur kan het worden verboden een dier dat beschikt over één of meer aangewezen aandoeningen of uiterlijke kenmerken die de gezondheid of het welzijn van het dier of de nakomelingen van het dier kunnen aantasten te fokken of voor de fok te gebruiken.

3. Bij algemene maatregel van bestuur kan het worden verboden een dier dat beschikt over één of meer aangewezen aandoeningen of uiterlijke kenmerken waarvoor krachtens het tweede lid een fokverbod is ingesteld, ten verkoop in voorraad te hebben, ten verkoop aan te bieden, te verkopen, te kopen, toe te laten tot een tentoonstelling, keuring of wedstrijd dan wel om met een dergelijk dier deel te nemen aan een tentoonstelling, keuring of wedstrijd.

Helpdeks IPC Dier Barneveld, najaar 2000

Uit het Helpdeskbulletin

Stand van zaken met betrekking tot de invulling van de GWWD

Het is al geruime tijd geleden dat er een nieuwe Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) van kracht werd uitgaande van de GWWD. Dat betekent niet dat er geen onderwerpen zijn of waren die nog nader moesten worden vastgelegd, integendeel. De onderwerpen die nog ‘open liggen’ zijn echter niet de meest eenvoudige. Belangrijke onderwerpen die zowel bij het ministerie van LNV als bij de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) nog op de agenda staan zijn het Honden- en kattenbesluit 1999, de Regeling Agressieve dieren (RAD), de positieflijsten en het fokken met dieren (erfelijke afwijkingen).

HONDEN- EN KATTENBESLUIT 1999

Asielen, pensions en fokkers moeten aan bepaalde eisen voldoen. In januari 1999 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een nieuw Honden- en kattenbesluit (HKB ’99) dat het oude HKB uit 1981 gaat vervangen, maar de invoering daarvan loopt vertraging op.

BEDRIJFSMATIGHEID (katten)

Iedereen die bedrijfsmatig met honden en katten werkt komt onder het nieuwe Honden- en kattenbesluit te vallen. Bedrijfsmatigheid is echter een vaag begrip want de wet verstaat hieronder het in zekere omvang en anders dan incidenteel uitoefenen van activiteiten, ook wanneer dat geen winst oplevert. Om toch een indicatie te geven wordt in de toelichting van het HKB de volgende getalsmatige scheidslijn gegeven:

Katten:

Bedrijfsmatig wanneer er meer dan 20 katten per jaar verkocht, afgeleverd of in bewaring worden genomen.

Bedrijfsmatig fokken als meer dan zes nesten per jaar worden gefokt (ofwel wanneer er meer dan ongeveer 20 kittens per jaar geboren worden).

Verder is er in het besluit opgenomen dat katten hoogstens twee nesten per jaar of drie nesten per twee jaar mogen krijgen.

Vakbekwaamheid

Asiel- en pensionbeheerders en bedrijfsmatige fokkers moeten in het bezit zijn van een erkend bewijs van vakbekwaamheid, zodat er een garantie is dat de honden en katten goed worden verzorgd. In Nederland kan op een aantal plaatsen de opleiding honden- en kattenbesluit gevolgd worden.

Centrale registratie

Onder het oude HKB ’81 moesten asielen en pensions een vergunning van de gemeente hebben. Die vergunning moest om de drie jaar worden verlengd. Bij het nieuwe HKB vervalt deze vergunningplicht. In plaats daarvan moet men zich aanmelden bij een Centraal Registratie Systeem (CRS) dat waarschijnlijk bij de Stichting Gezondheidszorg voor Dieren (GD) in Deventer wordt ondergebracht. De GD is in ieder geval belast met de ontwikkeling van het CRS. Bij het CRS worden de fokkers, asielen en pensions geregistreerd waarbij ze een uniek nummer krijgen. Elke drie maanden moeten deze bedrijven aan de CRS doorgeven welke veranderingen er in de voorafgaande periode hebben plaatsgevonden. Dit houdt bijvoorbeeld in een opgave van welke dieren er geboren zijn, welke er zijn overleden of welke er zijn verkocht.

Aantal verplicht entingen uitgebreid

Katten: onder het oude HKB ’81 moesten katten ingeënt worden tegen kattenziekte (infectieuze gastro-enteritis). Deze verplichting is ook in het HKB ’99 opgenomen, maar toegevoegd is bij katten de verplichte inenting tegen niesziekte.

Kittens in een asiel of bij de fokker moeten binnen zeven weken na hun geboorte, maar in ieder geval zeven dagen vóór aflevering, tegen deze ziekten ingeënt worden. Katten die in een pension worden ondergebracht moeten minimaal zeven dagen van te voren zijn ingeënt. Bij geplande opname in een pension zal de eigenaar van het dier hier dus rekening mee moeten houden.

Identificatie en registratie

Het nieuwe HKB ’99 bevat een verplichte identificatie en registratie voor zowel honden als katten in het asiel en bij de fokkers. Identificatie kan plaatsvinden door middel van tatoeage of elektronisch waarbij onder de huid een transponder (chip) wordt aangebracht. De identificatie moet verricht zijn voordat het dier zeven weken oud is en in ieder geval vóórdat de dieren worden afgeleverd. Een belangrijk verschil met het oude HKB ’81 is dat het nieuwe HKB ’99 geen verplichting meer heeft tot identificatie en registratie van honden en katten die in een pension worden ondergebracht. De verplichte afgifte van het Nederlandse dierenpaspoort  is in het nieuwe HKB ’99 ook komen te vervallen. Ten behoeve van de controle op de inentingen dient het door dierenartsen afgegeven vaccinatiebewijs.

Inrichtingseisen

Het oude HKB ’81 bevatte slechts de zinsnede dat honden en katten moesten worden ondergebracht in verblijven van passende afmetingen. Het nieuwe HKB ’99 heeft wel concrete normen voor afmetingen van zowel binnen- als buitenverblijven en speelweiden.

Minimale afmetingen kattenverblijven:

Aantal katten: 2

Minimale vloeroppervlakte 0,85 m²

Minimale lengte kortste zijde  0,65 m

Minimale hoogte 0,6 m

 

Aantal katten 3 – 5

Minimale vloeroppervlakte 3,0 m²

Minimale lengte kortste zijde 1,0 m

Minimale hoogte 1,8 m

 

Elke volgende kat

Minimale vloeroppervlakte + 0,6 m²

Minimale lengte kortste zijde 1,0 m

Minimale hoogte 1,8 m

In binnenverblijven moet er voor elke kat, minstens 15 cm boven de vloer, een afzonderlijke rustplank zijn. Die plank moet minstens 35 cm lang en minstens 20 cm breed zijn.

Ziekenboegen en quarantaineruimten

Alle inrichtingen die onder dit besluit vallen behoren over een ziekenboeg met binnenverblijven te beschikken. Asielen moeten een quarantaineruimte met binnenverblijven hebben waarin de dieren elkaar niet onderling kunnen besmetten. De dieren mogen geen direct neuscontact met elkaar kunnen hebben. Voor het pension bestaat er geen verplichting voor het hebben van een quarantaineruimte.

Groepshuisvesting

In het nieuwe HKB ’99 is vastgelegd dat honden en katten in principe niet alleen mogen zitten maar dat ze in groepen van 2 tot 20 soortgenoten gehuisvest moeten worden. Er zijn situaties waarin dieren wel alleen mogen zitten zoals bij ziekte, loopsheid en agressie.

Datum inwerkingtreding

De datum van inwerkingtreding is al diverse malen uitgesteld. De uitvoering van het CRS zal door de Gezondheidsdienst voor Dieren worden verzorgd. Op dit moment (najaar 2000) vinden besprekingen plaats over hoe het CRS ingericht (automatisering) moet worden. Daarna kan met de daadwerkelijke bouw begonnen worden. De overheid houdt nu als datum van inwerkingtreding 1 juli 2000 aan.

REGELING AGRESSIEVE DIEREN (RAD)

Deze regeling is vooralsnog alleen van toepassing op honden en zal hier niet verder besproken worden.

INGREPENBESLUIT

Laatste jaar overgangstermijn

Ruim vier jaar gelden, op 1 september 1996, is het Ingrepenbesluit van kracht geworden. Hierin wordt geregeld welke ingrepen bij dieren toegestaan zijn en welke niet. Elke handeling waarbij levend weefsel wordt beschadigd of verwijderd is een ingreep. Het verwijderen van niet-levend weefsel, zoals bijvoorbeeld het knippen van nagels, is dus geen ingreep.

Uitgangspunt bij het ingrepenbesluit is de intrinsieke waarde van het dier. Ingrepen tasten de intrinsieke waarde en daarmee het welzijn van het dier aan. Een ander uitgangspunt is het ‘nee-tenzij’-principe waarmee wordt bedoeld dat ingrepen in principe verboden zijn tenzij nadrukkelijk in het Ingrepenbesluit wordt aangegeven dat een bepaalde ingreep wel toegestaan is. Alle niet expliciet genoemde ingrepen, zoals bijvoorbeeld het couperen van hondenoren, zijn daarbij per definitie verboden!

Voor een aantal ingrepen is een uitzondering gemaakt waardoor ze wel toegestaan zijn. Het gaat bij katten om:

                      ingrepen waarvan in het besluit aangegeven is dat ze wel toegestaan zijn

                      het steriliseren en castreren van dieren

                      ingrepen waarvoor een medische indicatie bestaat, een operatie dus

Ter ondersteuning va het Ingrepenbesluit mogen dieren die een verboden ingreep ondergaan hebben niet meedoen aan tentoonstellingen, keuringen en wedstrijden.

TE HOUDEN DIEREN (ARTIKEL 33 GWWD)

Bij de RDA is een ‘Werkgroep te houden recreatiedieren’ ingesteld. De werkgroep gaat, op verzoek van LNV, onderzoeken welke dieren gehouden kunnen worden door particulieren. Een optie die momenteel (najaar 2000) bestudeerd wordt is om drie lijsten te maken, een lijst met diersoorten die door iedereen gehouden mogen worden, 1 lijst met moeilijker te houden dieren waarbij voorwaarden aan de houders worden gesteld en een lijst met diersoorten die niet gehouden mogen worden. In de werkgroep hebben naast de secretaris van de RDA afgevaardigden van het Platform Verantwoord Huisdierenbezit, de Dierenbescherming, Divebo, de dierentuinwereld en het Interfacultair Centrum Welzijn Dieren (ICWD) zitting. Wanneer de definitieve positieflijst artikel 33 GWWD het licht zal zien en wordt omgezet in een AmvB kan nu nog niet aangegeven worden.

REGELING FOKKEN MET RECREATIEDIEREN

Juni 1998 leverde de ‘Werkgroep fokken met recreatiedieren’ van de RDA het rapport ‘Fokken met recreatiedieren’ op. In dit rapport komt de werkgroep met een groslijst van schadelijke erfelijke kenmerken bij honden en katten, een beschrijving van deze kenmerken en met mogelijke maatregelen. Het standpunt van LNV is dat de sector in belangrijke mate zelf verantwoordelijkheid moet nemen om erfelijke afwijkingen via de fokkerij aan te pakken. Door de honden- en kattenwereld (kynologie en catfancy) zijn c.q. worden daarom plannen van aanpak opgesteld om erfelijke afwijkingen terug te dringen. De plannen van aanpak zullen vervolgens worden geïntegreerd in beleidsvoornemens van LNV.

In hoeverre LNV de adviezen overneemt kan niet aangegeven worden. Evenmin kan worden aangegeven wanneer de AMvB over fokken met recreatiedieren in werking zal treden.

WEDSTRIJDEN MET EN TONEN VAN DIEREN

Van de onderwerpen wedstrijden met dieren en tonen van dieren kan slechts gemeld worden dat de overheid zich in de oriëntatiefase en beleidsvoorbereiding bevindt. Dit betekent voor beide onderwerpen dat het nog wel even duurt voordat besloten wordt op welke wijze problemen die zich bij wedstrijden en het tonen van dieren voordoen teruggedrongen zullen gaan worden. Het kan zijn dat er een algemene maatregel van bestuur komt, het kan ook zijn dat vooral via voorlichting het doel bereikt moet worden.

HELPDESK

Voor vragen over de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren kan men, wanneer het vragen over gezelschaps- en recreatiedieren betreft, terecht bij de Helpdesk Gezelschapsdieren, die op werkdagen van 8.30 uur tot 12.00 uur bereikbaar is via: telefoon 0342-414881, fax 0342-492813 of via de e-mail rwe@ipcdier.hacom.nl of rwe@barneveld.ipcagro.nl

Persbericht n.a.v. de vergadering van 13-11-2000

Veterinair beleid OP.

Het algemene gedeelte van het beleidsplan zoals voorbereid door de Gezondheids- en Welzijnscommissie van het OP is aangenomen.

Na verwerking van enkele laatste correcties zal het OP dit beleidsplan aan de verenigingen toezenden met het verzoek dit intern, op de door de betreffende vereniging voorgeschreven wijze, aan de orde te stellen en in te voeren. Als richtdatum voor de invoering wordt meegegeven 1 juli 2001.

In het kader van de zelfregulering van de cat fancy is het van het grootste belang dat dit (minimum-) beleid op vrijwillige basis een breed draagvlak krijgt.

Het OP is tevreden over het bereikte resultaat tot nu toe en is gelukkig met de grote mate van instemming met dit basisgedeelte van het veterinaire beleidsplan.

De commissie wordt dank uitgebracht voor het vele verrichte werk. Zij wordt tevens verzocht verder te gaan met het uitwerken van de protocollen besmettelijke ziekten en erfelijke aandoeningen.

Plan van Aanpak ongewenste erfelijke kenmerken en/of aandoening.

In het kader van de regelgeving met betrekking tot gezondheid en welzijn van katten in relatie tot het fokken ervan, is het OP van mening dat de cat fancy vertegenwoordigd door het OP, uitstekend in staat is om op adequate wijze invulling te geven aan het door het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij gewenste Plan van Aanpak.

Het OP is niet financieel draagkrachtig genoeg om de uitvoering van een dergelijk plan te bekostigen.

Er is dan ook een begroting ingediend met het verzoek om een bijdrage in de kosten door het Ministerie. In de verwachting een positief antwoord te zullen krijgen, wordt alvast begonnen met de eerste fase van het project.